De nacht van de helft van de maand Sha’ban
De helft van Sha’ban is een nacht van vergeving en verzoening. Het is een waardevolle, kostbare en belangrijke nacht. Het is werkelijk een van de bijzondere en prachtige nachten van het jaar. In Sunan Ibn Majah staat vermeld dat Abu Musa al-Ash’ari (moge Allah tevreden met hem zijn) zei dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) het volgende zei: “Voorwaar, Allah kijkt naar de nacht van de helft van Sha’ban en vergeeft dan al Zijn schepping, behalve een polytheïst of een persoon wiens hart geneigd is mensen te haten.”
In deze overlevering is een bewijs te vinden van Allah’s kennis over alle situaties en details van Zijn dienaren, zoals vermeld staat in Zijn verheven uitspraak:
{Heb jij niet gezien dat Allah op de hoogte is van datgene wat zich in de hemelen en datgene wat zich op de aarde bevindt? Er zal geen heimelijk gesprek plaatsvinden tussen drie (personen), of Hij is hun vierde (Die meeluistert), en niet (tussen) vijf (personen), of Hij is hun zesde (Die meeluistert). En niet minder of meer dan dat, of Hij is met hen waar zij zich ook bevinden. Vervolgens zal Hij hun op de Dag der Opstanding berichten over datgene wat zij deden. Voorwaar, Allah is op de hoogte van alles.} Soera Al-Moedjaadilah, 7.
Deze nacht onderscheidt zich doordat het een nacht van vergeving van zonden is, en deze vergeving is een genade en een geschenk van Allah aan Zijn dienaren, waarvan slechts twee soorten mensen worden uitgesloten:
Ten eerste de polytheïst, die gelooft dat anderen voordelen kunnen brengen of schade kunnen afwenden buiten Allah (swt), of wiens hart gehecht is aan iets anders dan Allah, of degene die naast Allah iets anders aanbidt. Hij (swt) zegt: “En voorzeker, Wij hebben aan jou en aan degenen vóór jou geopenbaard: ‘Als jij deelgenoten (aan Hem) toekent, dan zullen jouw daden zeker verloren gaan en jij zult zeker tot de verliezers behoren. Welnee, het is Allah Die jij moet aanbidden en behoor tot de dankbaren.’” Soera Az-Zoemar, 65-66.
De tweede die Allah (swt) niet zou vergeven is de persoon wiens hart vervuld is van haat, wrok, afgunst en twist. Het behoort tot de plicht van een moslim om zijn hart te zuiveren van al deze gebreken. Dit is het gebed van de rechtvaardigen in de Koran, zoals Allah (swt) heeft gezegd: {En degenen die na hen kwamen, zeggen: ‘Onze Heer, vergeef ons en onze broeders, die ons voorgingen in het geloof, en plaats geen wrok in onze harten tegen degenen die geloven. Onze Heer, waarlijk, U bent Meest Zachtaardig, Meest Genadevol.’} Soera Al-Hashr, 10.
We staan voor een gouden kans om te vergeven en te verzoenen, zodat we de vergeving van zonden kunnen verdienen, zoals vermeld in de overlevering: “Wees niet jaloers op elkaar, haat elkaar niet, keer elkaar niet de rug toe, en wees broeders als dienaren van Allah.”
In de Sunan Tirmidhi staat vermeld dat Abu Ayyub al-Ansari (moge Allah tevreden met hem zijn) zei dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) het volgende zei: “Het is niet toegestaan voor een moslim om met zijn broeder meer dan drie dagen ruzie te hebben of te negeren. Wanneer ze elkaar ontmoeten, keert de ene zich af en keert de andere zich af. Het beste van hen beiden is degene die begint met de groet (vrede).”
Tenslotte vragen we aan alle mensen die een ruzie hebben met een ander om zich te verzoenen en elkaar te vergeven.
En met de genade van Allah worden we begunstigd met de komst van de maand Ramadan, terwijl we allemaal verzoend en vergevingsgezind zijn, en Allah zal ons in sha Allah onder Zijn aanvaarde dienaren schrijven.
Wij vragen Allah om veiligheid en zuiverheid voor onze harten en vergeving voor onze zonden. Hij is de Alhorende, de Nabije, de Verhorende van onze smeekbeden. Ameen.