Verbod op belediging en vloeken
Een van de grote ethische principes die de islam met zich meebrengt, is de integriteit van de tong door te vermijden anderen te vloeken, te beledigen en aan te vallen met lelijke woorden en kwetsende opmerkingen. Allah (swt) zei in soera Al-Baqara vers 83: { En spreek goed tegen de mensen } En Allah (swt) zei in soera Al-Israa vers 53: { Zeg tegen Mijn dienaren dat zij enkel met goede woorden aanspreken. Want voorzeker, Satan probeert slechts hun onderlinge relaties te vergallen. Zeker, Satan is voor de mens een duidelijke vijand.}
In de twee Sahihs, op het gezag van Abdullah bin Masoud, moge Allah tevreden zijn met hem, de Boodschapper van Allah zei : “Een moslim vervloeken is ontucht, tegen hem vechten is ongeloof (Koefr)”
In Sahih Moslim op gezag van Abu Hurairah, moge Allah tevreden met hem zijn, zei hij: Er werd gezegd: “ O Boodschapper van Allah, verwens de ongelovigen!” antwoordde hij: ,,Voorwaar, ik ben niet als vervloeker gezonden, maar als genade.”
In Sunan van al-Tirmidhi volgens Abdullah Ibn Mas’oed, moge Allah tevreden met hem zijn, heeft de Boodschapper van Allah (salla Allahoe ‘alayhi wa salam) gezegd: « De gelovige is niet degene die de goede reputatie van de anderen in twijfel trekt, noch is hij de verstokte vloeker, noch is hij grof. »
In de twee Sahihs, de Boodschapper van Allah, moge Allah hem zegenen en vrede schenken, zei: “Het vervloeken van een gelovige is gelijk aan hem doden en het beschuldigen van een gelovige met koefr is gelijk aan hem doden.”. Het is voldoende om te vervreemden van het vloeken door te melden dat het een attribuut en gedrag is van de mensen van de hel zoals Allah van hen in soera Al-Aaraf vers 38 zei: “Telkens wanneer een nieuw volk naar binnen gaat, vervloekt het zijn broedervolk (dat voor hen ging)”, Velen gebruiken vloeken, maar hebben geen weet van de betekenis ervan, daarom is het erg belangrijk om de betekenis en het concept van de term vloeken uit te leggen, namelijk: smeekbede om anderen verdrijving, deportatie en vertrek van Allah’s genade te wensen. Allah (swt) zei in soera Al-A’raf vers 156 : { Mijn genade omvat alle dingen. Dat zal Ik bevelen voor degenen die godvrezend zijn en zakaat geven en degenen die in Onze Tekenen geloven.}
Een van de mooie betekenissen in de islam is dat hij wenst dat we voor anderen bidden met goede, leiding en genade. Door die smeekbede voor anderen wint een moslim een speciale smeekbede verricht voor hem door een engel die door Allah (swt) is toevertrouwd, zoals verklaard in Sahih Moslim. Volgens Abu Al-Dardaa, moge Allah tevreden met hem zijn, dat de Boodschapper van Allah zei: “Geen enkele gelovige verricht smeekbeden voor zijn afwezige broeder zonder dat de Engelen zeggen: “Moge jou hetzelfde gegeven worden.”
Het gevaarlijkste in vloeken en schelden is hetgeen tegen de ouders wordt gebruikt, zelfs als man dit deed door een grapje te maken, zoals vermeld in de twee Sahihs. Overgeleverd van `Abdullah Ibn `Amr r.a. dat de profeet s.a.w.s. heeft gezegd: “ Eén van de grootste zonden is: dat een man zijn ouders vervloekt. Er werd gevraagd :” O boodschapper van Allah, hoe kan iemand zijn ouders vervloeken? Hij antwoordde : “Doordat iemand andermans vader uitscheldt en dat de ander dan (op zijn beurt) vervolgens zijn vader uitscheldt. Of dat hij zijn moeder uitscheldt en dat de ander (op zijn beurt) vervolgens zijn moeder uitscheldt. )
Het is belangrijk om kinderen te onderwijzen in hun omgang met anderen over het gebruik en de selectie van zachte spraak die uitgaat van waardering en respect en die deel uitmaakt van smeekbede zoals: (Moge Allah u belonen met een goede uitdrukking van dankzegging٬†Moge Allah blij met u zijn en u bijstaan bij het maken van
een belangrijke zaak٬†vredesgroeten gebruiken bij het ontmoeten en het afscheid nemen٬†beterschap wensen
voor en patiënt٬†en moge Allah genade met je hebben voor degenen die niezen …) Tegelijkertijd moeten we
hierin een voorbeeld zijn omdat kinderen herhalen wat ze positief of negatief horen.
We vragen Allah om veiligheid, succes en hulp. Hij is de meest nabije, de Alle horende. Amien, Amien.