Kinderen: een zegen van Allah
Kinderen zijn een zegen en voorziening van Allah. Allah beschrijft hen in de Heilige Koran met de woorden:
“Het bezit en de kinderen zijn de bekoringen van het wereldse leven.” (Surat Al-Kahf 46).
Een moslim moet niet alleen vreugde voelen bij de komst van kinderen, maar ook de verantwoordelijkheid erkennen die gepaard gaat met hun opvoeding. De Profeet Mohammed (vrede zij met hem) herinnert ons aan deze verantwoordelijkheid door te zeggen:
“Ieder van jullie is een herder en ieder van jullie is verantwoordelijk voor zijn kudde.”
Vóór de komst van de islam hadden de mensen in de tijd van de onwetendheid (jahiliyya) een verkeerd beeld van kinderen. Ze maakten onderscheid tussen jongens en meisjes; ze waren blij met de geboorte van jongens en bedroefd bij de geboorte van meisjes. Allah vertelt ons hierover in de Koran:
“En wanneer aan één van hen de verheugende tijding van (de geboorte van) een dochter wordt gegeven, wordt zijn gezicht zwart (gallig) en is hij vervuld van verdriet. Hij verbergt zich voor het volk vanwege het slechte (nieuws) waarover hij is bericht. (Hij twijfelt dan) of hij het (kind) zal houden (terwijl hij) in vernedering (door het leven gaat), of dat hij het (kind levend) in de aarde zal begraven. Weet dat wat zij oordelen slecht is.” (Surat An-Nahl 58-59).
De islam heeft deze onrechtvaardige denkwijze verboden en heeft ons geleerd om blij te zijn met de geboorte van een kind, of het nu een jongen of een meisje is.
We danken Allah voor dit geschenk en behandelen het kind goed, ongeacht het geslacht. Allah zegt in de Koran:
“Aan Allah behoort het koningschap van de hemelen en de aarde toe. Hij schept wat Hij wil en schenkt meisjes aan wie Hij wil. Of Hij schenkt zonen aan wie Hij wil. Of Hij schenkt hen zowel zonen als dochters. En Hij maakt onvruchtbaar wie Hij wil. Voorwaar, Hij is Alwetend, Almachtig.” (Surat Ash-Shura 49-50).
Uit deze verzen leren we dat kinderen, ongeacht hun geslacht of gezondheid, een geschenk van Allah zijn. We moeten Allah danken voor deze zegen door onze kinderen goed op te voeden en rechtvaardig te zijn. De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd:
“Vrees Allah en wees rechtvaardig tegenover jullie kinderen.”
Aisha (moge Allah tevreden met haar zijn) heeft verteld dat een vrouw ooit bij haar kwam met twee dochters. Aisha had niets anders dan een dadel, die zij aan de vrouw gaf. De vrouw verdeelde de dadel tussen haar twee dochters en at er zelf niets van. Toen de Profeet (vrede zij met hem) dit hoorde, zei hij:
“Wie dochters heeft en goed voor hen zorgt, zullen zij voor hem een bescherming tegen het Hellevuur zijn.”
Dit laat zien hoe belangrijk het is om rechtvaardig te zijn, zelfs in kleine dingen, zoals deze vrouw die één dadel gelijkverdeeld tussen haar twee dochters. De Profeet prees haar en gaf goed nieuws aan degenen die hun dochters goed opvoeden en rechtvaardig behandelen: zij zullen beloond worden met het Paradijs.
Laten we daarom tijd vrijmaken voor onze kinderen, hen ondersteunen, met hen communiceren en hen aanmoedigen om verantwoordelijkheden op zich te nemen. Bid voor hen en vraag Allah om hen te beschermen en te leiden.
O Allah, bescherm onze kinderen, schenk hen succes en geluk in dit leven en in het Hiernamaals. Ameen.