vrijdagpreek 22 november 2019

Wijsheid: een profetische eigenschap 

Één van de grote eigenschappen die Allah swt ons geliefde profeet vzmh schonk is wijsheid. En wijsheid is zoals imaam  Ibn al-Qayyim gezegd heeft:  Het verrichten van datgene dat bevolen wordt, op het juiste moment en op de juiste wijze” en wie deze eigenschap bezit, heeft veel goeds van Allah gekregen. Allah swt zegt in de Koran: Hij (Allah) geeft de wijsheid aan wie Hij wil en wie de Wijsheid geschonken wordt: aan hem wordt inderdaad veel goeds gegeven. En niemand laat zich vermanen dan de bezitters van verstand. soerat al-Baqara vers 269. 

De profeet vzmh bezat deze eigenschap zelfs voor hij de openbaring kreeg. Toen Koeraich had besloten om de Ka’ba te herbouwen omdat die op instorten stond en bij het bereiken van de plek van de zwarte steen ‘alhajar alaswad’ tijdens de bouwwerkzaamheden wilde elk stamhoofd zichzelf de eer verschaffen om de steen op zijn plek terug te leggen. Dit leidde tot flinke ruzies onderling. De situatie dreigde in een bloedige strijd te veranderen, uiteindelijk besloten ze om de arbitrage over te laten aan de eerste man die zou binnenkomen in de moskee en allen stemden daarmee in. De voorbestemming van Allah was, dat die eerste man die zou binnen-komen na dit besluit, de profeet vzmh zou zijn. Toen de mensen hem zagen zeiden ze: ‘Deze man is de betrouwbare en wij accepteren hem, dat is Mohammed.  Toen hij bij hen aankwam vertelden zij het verhaal, hij pakte een mantel, legde de zwarte steen erin en vroeg aan ieder stamhoofd die mantel vast te houden en hem vervolgens te dragen naar de plek van de steen. Toen zijn die hadden bereikt, pakte Mohammed vzmh de steen en legde die op zijn plaats. Het was de juiste oplossing waar iedereen over tevreden was en dankzij deze oplossing waren ze allen tevreden omdat ze mee de steen hadden geplaatst. 

Het was de gewoonte van Mohammed vzmh om met wijsheid te werk gaan, Allah swt zegt in de Koran: “ Nodig uit tot de Weg van jouw Heer, met wijsheid en goed onderricht en wissel met hen van gedachten op de beste wijze.”  soerat Annahl vers 125. 

 

Één van de wijsheden die we van ons profeet vzmh hebben geleerd is dat we met zachtaardigheid moeten omgaan met mensen die fouten maken, Toen de plattelander de moskee van Mohammed vzmh binnen kwam en in een hoekje begon te urineren, begonnen de metgezellen tegen hem te schreeuwen, toen zei de profeet vzmh: “onderbreek hem niet, laat hem!”  nadat de plattelander klaar was met urineren, riep de profeet vzmh, hem bij hem en zei op een rustige manier: “ Moskeeën zijn niet passend voor deze urine en viezigheid, zij zijn (bedoeld) slechts voor het gedenken van Allah, het verrichten van het gebed en het reciteren van de Koran.” Waarna de profeet vzmh zich wendde tot de metgezellen en zei: Jullie zijn als vergemakkelijkkers gezonden en niet als degenen die (de zaken) moeilijk maken, giet er een emmer water overheen. Toen zei de plattelander: O’ Allah! Begenadig mij en Mohammed en niemand anders (van de rest).” Hierop zei de profeet vzmh: “ Voorzeker, je hebt iets verengd dat ruim is (je probeert de allesomvattende genade van Allah binnen zekere grenzen te houden en dat kan niet)” 

Een jongeman van de stam Qoraysh kwam naar de profeet (vrede zij met hem) en hij vroeg aan hem: “o Boodschapper van Allah, geef mij toestemming om ontucht / overspel te plegen”. De metgezellen van de Profeet (vrede zij met hem) liepen naar de jongeman en maanden hem vol verontwaardiging te stoppen. De Profeet (vrede zij met hem) gebruikte zijn wijsheid en werd niet boos  en vroeg hen de jongeman dichterbij te brengen. Hij (de Profeet vrede zij met hem) zei: “Zou je dit (het plegen van ontucht/overspel) je moeder toewensen?” Hij (de jongeman) zei: “Nee.” Hij (de Profeet vrede zij met hem) zei: “Ook de mensen willen dit niet voor hun moeders. Zou je het voor je dochter willen?” Hij (de jongeman) zei: “Nee.” Hij (de Profeet vrede zij met hem) zei: “Ook de mensen willen dit niet voor hun dochters. Zou je het voor je zus willen?” Hij (de jongeman) zei: “Nee.” Hij (de Profeet vrede zij met hem) zei: “Ook de mensen willen dit niet voor hun zussen. Zou je het voor je tante aan vaders zijde willen?” Hij (de jongeman) zei: “Nee.” 

Hij (de Profeet vrede zij met hem) zei: “Ook de mensen willen dit niet voor hun tantes. Zou je het voor je tante aan moeders zijde willen?” Hij (de jongeman) zei: “Nee.” De profeet ging door met het noemen van meerdere familieleden, waarop de jongeman dezelfde antwoorden gaf. Hierop plaatste de profeet zijn hand op de borst van de jongeman en zei : “O Heer, vergeef hem zijn zonden, reinig zijn hart, en behoed zijn kuisheid.”  

Het leven van de profeet vzmh zit vol wijsheden, wijsheid die leidt naar de zachte manier van omgang met anderen, het vergevensgezind zijn en het weglaten van slechte woorden of daden die leiden tot wrok en haat.  

Abd Allah ibn Mas’ud moge Allah tevreden zijn over hem zei: De profeet vzmh zei: “ een gelovige is niet iemand die beledigt, noch een vervloeker, noch een verachtelijk persoon, noch obsceen.”  Sunan at-Tirmidhi. 

 

Wij vragen Allah swt om ons wijsheid te schenken in ons woorden, daden en ins ons gedrag, want Hij swt is degene die de smeekbedes aanhoort.