De adviezen van Loeqmaan aan zijn zoon
In de Koran is er een hoofdstuk genaamd Soerat Loeqmaan, genoemd naar een rechtvaardige en wijze man, Loeqmaan, de opvoeder. Moge Allah tevreden zijn met hem. Allah prijst hem in de Koran met de volgende woorden:
“En voorzeker, Wij schonken Loeqman wijsheid en zeiden: ‘Wees Allah dankbaar.’ Wie dankbaar is, doet dat voor zijn eigen welzijn. Maar wie ondankbaar is: Allah heeft niemand nodig en is altijd prijzenswaardig. (Soerat Loeqmaan, vers 12).
In deze soera lezen we een bijzonder en inspirerend gesprek tussen een vader en zijn zoon. Hierin geeft Loeqmaan zijn zoon wijze raad om hem op te voeden, zijn karakter te versterken en hem de belangrijkste levenslessen mee te geven. Deze adviezen zijn bedoeld om zijn zoon te vormen tot een rechtschapen jongeman die trouw is aan zijn geloof en een waardevolle bijdrage levert aan zijn gemeenschap. Deze lessen zijn ook voor ons heel waardevol. Ze gaan over drie belangrijke onderwerpen:
1. Het geloof in de eenheid van Allah (tawhied): Het erkennen dat er slechts één God is die aanbeden moet worden.
2. De aanbidding van Allah: Het naleven van verplichtingen zoals gebed en dankbaarheid tonen tegenover Allah.
3. Goede zeden en morele waarden: Het ontwikkelen van een goed karakter en het tonen van respect en rechtvaardigheid tegenover anderen.
Loeqmaan begint zijn adviezen met liefdevolle woorden:
“O mijn zoon” (Ya bunai).
Hij spreekt met zorg en genegenheid, hiermee creëert hij een sfeer van vertrouwen en maakt hij zijn zoon ontvankelijk voor de belangrijke lessen die hij zal delen.
1. Het geloof in de eenheid van Allah (tawhied)
Loeqmaan gaf zijn zoon de volgende wijze raad:
“O mijn zoon, ken Allah geen deelgenoten toe. Waarlijk, het toekennen van deelgenoten aan Allah is een enorme onrechtvaardigheid.” (Soerat Loeqmaan, vers 13).
Met deze woorden benadrukt Loeqmaan het belang van tawhied: het zuiver houden van de aanbidding en het erkennen dat Allah de Enige is die het recht heeft om aanbeden te worden.
Allah zegt in een ander vers:
En Ik (Allah) heb de djinn en de mens slechts geschapen om Mij (Alleen) te aanbidden. (Soerat Adh-Dhaariyaat, aya 56)
2. De aanbidding van Allah:
Loeqmaan vervolgde zijn advies met de volgende woorden:
“”O mijn zoon, onderhoud het gebed, gebied het goede en verbied het slechte. Wees geduldig met wat jou overkomt. Voorwaar, dit behoort tot de bepalende zaken (voor het geloof).” (Soerat Loeqmaan, aya 17)
Hier benadrukt Loeqmaan het belang van het gebed (salaat), omdat het een fundamenteel onderdeel is van de aanbidding van Allah. Het gebed versterkt het geloof, verbetert het karakter en opent de deuren naar het goede. Het beschermt de gelovige tegen slechte daden.
Allah zegt in de Koran:
“Draag voor wat aan jou is geopenbaard van het Boek en onderhoud het gebed. Waarlijk, het gebed houdt af van verdorvenheid en het slechte. En het gedenken van Allah is zeker het grootst. En Allah weet wat jullie doen.” (Soerat Al-Ankaboot, aya 45)
Daarnaast wijst Allah ouders op hun verantwoordelijkheid om hun gezin aan te moedigen tot het gebed en hierin geduldig te blijven. Dit wordt benadrukt in de Koran:
“En spoor jouw familie aan tot het gebed en wees geduldig hierin. Wij vragen van jou geen voorziening. Wij voorzien jou. En het goede einde is voor degenen die (Allah) vrezen.” (Soerat Taha, aya 132)
3. Goede zeden en morele waarden
Loeqmaan richtte zich op de omgangsvormen en het gedrag van zijn zoon en gaf hem deze wijze raad:
“En wend jouw wang (d.w.z. jouw gezicht) niet af van de mensen en loop niet hoogmoedig op aarde. Voorwaar, Allah houdt van geen enkele verwaande, hooghartige (persoon). En wees bescheiden in jouw (manier van) lopen en demp jouw stem (d.w.z. spreek op gedempte toon). Voorwaar, de meest afschuwelijke stem is zeker de stem van een ezel.” (Soerat Loeqmaan, aya 18-19)
Met deze woorden benadrukt Loeqmaan het belang van bescheidenheid, vriendelijkheid en respect voor anderen. Trots en arrogantie maken mensen ongelukkig en zorgen ervoor dat anderen je niet mogen.
Praktische opvoedkundige adviezen van de Profeet ﷺ
De Profeet Mohammed ﷺ gaf ons praktische richtlijnen om kinderen te onderwijzen en te begeleiden, zelfs in alledaagse situaties. Een voorbeeld hiervan vinden we in een overlevering van Omar ibn Abi Salama (Allah is tevreden met hem), die zei:
“Ik was jong en in het gezelschap van de Profeet ﷺ, en mijn hand ging overal in de schotel. De Profeet zei tegen mij: ‘O jongen, noem de Naam van Allah (zeg Bismillah), eet met je rechterhand en eet van wat direct voor je ligt.’”
Met deze eenvoudige woorden leerde de Profeet ﷺ het kind om netjes te eten, terwijl hij het hart van het kind verbond met Allah.
Door “Bismillah” te zeggen, herinnert het kind zich dat het voedsel een zegen is van Allah. Dit vergroot zijn liefde en dankbaarheid voor Allah.
Deze aanpak toont hoe belangrijk het is om kinderen op een zachte en liefdevolle manier op te voeden, zodat ze niet alleen goede zeden leren, maar ook een sterke band met Allah ontwikkelen.
Conclusie
Kinderen zijn een kostbare zegen van Allah. Het is onze verantwoordelijkheid om hen op te voeden met de kennis en waarden die hen helpen in zowel hun geloof als hun wereldse leven. Op deze manier verdienen we hun liefde, respect en smeekbeden.
Moge Allah onze kinderen leiden, hen rechtschapen maken en op het rechte pad houden. Waarlijk, Hij is de Alhorende en de Verhoorder van smeekbeden. Ameen.
وَصَلِّ اللّهُمَّ عَلَى مُحَمَّدٍ وَعَلَى آلِهِ وَصَحْبِهِ أَجْمَعِينَ.