Vrijdagpreek 9 februari 2024

De maand Sha’aban

 

We bereiden ons momenteel voor op de maand Sha’aban, wat betekent dat we nog één maand verwijderd zijn van de Ramadan. Sha’aban is de maand van de uiteindelijke voorbereiding op Ramadan. De Profeet (vrede zij met hem) besteedde veel aandacht aan het voorbereiden op Ramadan tijdens Sha’aban, door te vasten en door Allah meer te aanbidden.

Hij werd eens gevraagd waarom hij zoveel vastte in Sha’aban, en hij antwoordde dat dit de maand is die mensen verwaarlozen tussen Rajab en Ramadan, waarin daden tot Allah worden opgeheven, en hij wilde dat zijn daden werden opgeheven terwijl hij vastte. Aisha ra, zei dat de Profeet vzm geen enkele maand voltooide behalve Ramadan en dat ze hem nooit meer zagen vasten dan in Sha’aban.

Zo leerde de Profeet ons dat vasten in Sha’aban een oefening en voorbereiding is voor de Ramadan, en het is ook een soort vrijwillige daden vóór de verplichte. Net zoals er vrijwillige gebeden zijn voor en na de verplichte gebeden, zijn er ook dagen in Sha’ban vóór Ramadan en zes dagen in Shawwal na Ramadan.

We worden eraan herinnerd, omdat we heel dicht bij het begin van Sha`aban zijn, om tijdens deze periode veel te vasten, zodat we de Ramadan met gemak kunnen vasten, en deze vrijwillige daden zijn een reden waarom een moslim geliefd is bij Allah, zoals de Profeet vzm ons vertelde in een heilige overlevering in Hadith Qudsi: (Mijn dienaar nadert Mij niet met iets wat Ik liefheb meer dan de verplichte daden. Mijn dienaar blijft zich tot Mij naderen met vrijwillige daden, totdat Ik van hem houd. Wanneer Ik van hem houd, ben Ik zijn gehoor waarmee hij hoort, zijn zicht waarmee hij ziet, zijn hand waarmee hij grijpt, en zijn voet waarmee hij loopt. Als hij Mij dan iets vraagt, zal Ik het hem zeker geven, en als hij Mij om bescherming vraagt, zal Ik hem zeker beschermen)

Een moslim zou zich haasten naar zo’n deur van goedheid, zoals Allah zegt: “ Zij zijn het die racen om goede daden te verrichten. Ze zijn de eerste die de initiatief ervoor nemen.” Surat Al Moeminoen vers 61.

We vragen Allah om ons te zegenen in Rajab en Sha’aban en ons Ramadan te laten bereiken, en ons te helpen bij het vasten en het gebed. Hij is de Alhorende van het gebed. Ameen!!